12 Daarop keerden de apostelen van de Olijfberg terug naar Jeruzalem. Deze berg ligt vlak bij de stad, op een sabbatsreis afstand. 13Toen ze in de stad waren aangekomen, gingen ze naar het bovenvertrek waar ze verblijf hielden: Petrus en Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeüs en Matteüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon de IJveraar en Judas, de zoon van Jakobus. 14Vurig en eensgezind wijdden ze zich aan het gebed, samen met de vrouwen en met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broers.
Handelingen 1: 12-14

Binnenkort is het 40 dagen na Pasen. Dan vieren we met elkaar Hemelvaartsdag. Hemelvaart wordt wel de kroning van Jezus genoemd. Jezus gaat naar de hemel en krijgt daarmee een ereplaats naast Zijn Vader. De zondag na Hemelvaart noemen we Weeszondag. We voelen ons verweest. Jezus is opgestegen naar zijn Vader en de uitstorting van de heilige Geest vieren we een week later tijdens het Pinksterfeest. Weeszondag…. We voelen ons verweesd, want tussen Hemelvaart en Pinksteren is er geen God hier op aarde.

Eigenlijk is het wel mooi dat we in ieder geval één zondag per jaar stil staan bij de afwezigheid van God. Want de ervaring dat God afwezig is, is velen van ons niet vreemd. ‘Waar is God?’ Die vraag stel ik mezelf als ik beelden zie van de oorlog in Oekraïne die maar door en doorgaat. Waar is Jezus in Gaza tussen als die dode en gewonde kinderen? Waar is Hij te vinden bij die gijzelaars die vanuit Israël met geweld naar Gaza ontvoerd zijn? Waar is God bij dat jongetje dat gepest wordt op het schoolplein? En bij dat meisje dat zo haar best moet doen om haar gescheiden ouders niet teleur te stellen? Misschien dat je soms nog wel iets van Gods nabijheid voelt, maar wat doet Hij dan? En vooral: wat doet Hij in de wereld?

Deze vragen stellen wij onszelf. We stellen onze vragen en hebben niet direct een antwoord… We wachten, soms eindeloos, op een antwoord op onze vragen. Net als de discipelen na Jezus’ Hemelvaart wachten op God, op de komst van de Geest. De discipelen wachten niet alleen, maar met elkaar op Gods Geest. Met elkaar, al biddend en eensgezind, houden ze het wachten vol. Daarom is de gemeenschap zo belangrijk. Met elkaar houden we het vol. Denk daarom nooit te min over de zondagse kerkdienst. Want de kerk is de plek waar we het samen vol houden. Waar we elkaar tot een hand en voet zijn. Waar we tegen onze broeder of zuster zeggen, als ie er doorheen zit: ‘Kom op joh’ De kerk is de plek waar jij meegenomen wordt door het lied van anderen als jij niet kan zingen omdat je overmand bent door verdriet. Waar anderen voor jou geloven, omdat het wachten op God voor jou te veel wordt… Het wachten op God is uit te houden, omdat we samen wachten.
Laten we zo gemeente zijn!
ds. Jan-Willem Leurgans