Ik kan me nog goed herinneren dat ik, een paar maanden nadat ik het beroep naar onze gemeente had aangenomen, een berichtje kreeg. De voorzitter van de beroepingscommissie bracht mij op de hoogte dat Jeroen van Veen, de zoon van Wout overleden was. Wout was een betrokken lid van de beroepingscommissie. Meteen dacht ik toen aan de avond waarop ik werd voorgesteld aan de gemeente.

Wout was toen ontspannen en enthousiast aanwezig met zijn accordeon. ‘Zou Wout nog ooit zo onbevangen kunnen spelen?’ vroeg ik me na de dood van Jeroen weleens af. ‘Jezus Jeroen’ geeft een antwoord op deze vraag. Nee, de onbevangenheid is er bij Wout en Jolanda wel af. Na het overlijden van Jeroen is niets meer Schermafbeelding 2024 11 22 om 15.32.15hetzelfde. Alles staat in een ander licht. Dit merken ze aan hun lichaam. Aan de moeheid. Maar ook aan het niet begrepen worden door de mensen om hen heen. Bij veel mensen gaat het leven ‘gewoon’ door, maar hun leven wordt niet meer ‘gewoon.’ Jeroen is er niet meer en dat doet ontstellend veel pijn.

Op iedere bladzijde van het boek lees je de leegte, het grote gemis van hem die er niet meer is. Het leven is tweeën gescheurd. Er is een ‘ervoor’ en een ‘erna.’ Daar komt bij dat ze niet alleen hun zoon kwijt zijn geraakt, maar ook relaties met anderen zijn anders geworden. Er is dus niet alleen sprake van primaire rouw (het verlies van Jeroen), maar ook van secundaire rouw. Wout gaf zijn baan op. Het ging niet meer. Mensen met wie ze vroeger goed overweg konden, blijken op een andere golflengte te zitten. ‘Hun’ leven gaat door. Het leven van Wout en Jolanda staat ‘stil’. Dat secundaire verlies is voor anderen vaak niet te zien. Ook dat maakt eenzaam.
Secundaire rouw uit zich bij Wout ook in zijn omgang met geloof en kerk. Wij zijn ontzettend blij en dankbaar dat hij weer speelt in de kerk en dat Jolanda weer zingt. Maar ook dit is anders dan ‘ervoor.’ Want zo schrijft hij: ‘Tijdens de kerkdiensten merk ik telkens dat mijn manier van geloven niet meer dezelfde is. Anders, soms zelfs ook dieper.’ Ook dit is verlies, maar tegelijkertijd is er het ‘weten’ dat Jeroen in het Licht is. Het troost hen diep dat ze ook na de dood van Jeroen contact met hem ervaren. Jeroen is nu een ‘Jezusmens.’
Het boek is naast een verhaal van rouw en verlies een ode aan het leven van Jeroen. Met trots en vol vaderliefde vertelt Wout over de zoon van wie hij zoveel houdt…

Het boek is helder geschreven. Door het lezen van het boek krijgen we een kijkje in de ziel van ons gemeentelid Wout van Veen. Mij bleef vooral een reactie van de schoonmoeder van Wout hangen; een opmerking die ons als gemeente iets bijzonder dieps te zeggen heeft. ‘Mijn schoonmoeder zei treffend toen ik drie maanden na de dood van Jeroen zei dat ik veel liederen niet meer mee kon zingen: ‘Ach, jongen, dat begrijp ik wel. En het geeft niet, dan zing ik ze voor je.’

Wout van Veen, Jezus Jeroen, de dood is niet het einde. 2024. Ook verkrijgbaar bij Riemer & Walinga.
ds. Jan-Willem Leurgans