Een mooi woord. Een werkwoord. Mysterieus, uitdagend, avontuurlijk. Een woord dat al lang door mijn gedachten speelt. Hoe zou dat zijn als ik zelf ga pelgrimeren en waarom? Als nieuwsgierig en avontuurlijk kind wilde ik, soms tot wanhoop van mijn vader, tijdens korte wandelingetjes, altijd weten wat er achter de volgende bocht lag en de volgende... En later, in de bergen, welk uitzicht ligt er achter het volgende uitzicht. Dat nieuwsgierige en avontuurlijke heb ik altijd gehouden. En dat is één van de redenen waarom ik ga pelgrimeren.
Maar wat is dat eigenlijk? Het is een eeuwenoud ritueel en het komt in alle religies voor. Lucas schrijft al: tu solar peregrinus in Jerusalem? "Zijt gij dan de enige vreemdeling in Jeruzalem (die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?) Heel toepasselijk vertrok ik de dag na Pasen. Peregrinus=vreemdeling zijn; met de notie van buitenlander, zwerver en in overdrachtelijke zin: onwetende. En is onze levensweg eigenlijk ook niet een soort pelgrimsreis? Onwetend: vragen waarop geen antwoord is of waarop je geen antwoord krijgt. Tijdens mijn pelgrimage kwamen die vragen boven tijdens eindeloze rechte wegen en andere omstandigheden. En tijdens gesprekken onderweg. Het nadenken over mogelijke antwoorden is misschien nog wel mooier dan het antwoord zelf. En zo kwam er naast nieuwsgierigheid en zucht naar avontuur ook een religieus/ spiritueel aspect. Ik ga pelgrimeren. Naar Santiago de Compostella. Op de fiets.
Een paar impressies: op 22-4-2025 vertrek ik vanuit de Immanuelkerk met de pelgrimszegen van ds. Jeannet. Een aantal familieleden, vrienden en bekenden zijn erbij. Ik word uitgezwaaid en daar ga ik dan. Ondanks de vragen die ik al lange tijd heb en die intenser werden na een verdrietige periode, doet die pelgrimszegen mij goed. Dat gevoel wordt opnieuw gevoed door de pelgrimszegen tijdens de mis in de basiliek Sainte-Marie-Madeleine in Vezelay, waar ik met zes andere pelgrims sta.
Onderweg vraag ik me af wat een pelgrim een pelgrim maakt. Dit voelt anders dan een vakantiereis. Ik ontmoet veel lieve, aardige mensen. De ontmoetingen en de gesprekken maken het heel bijzonder.
In de vroege middeleeuwen trokken er al ontelbare pelgrims naar Santiago. Het begon klein, rond 830. De meesten te voet. Voor de één een religieuze beleving, een boetedoening, het afsmeken van een gunst, voor de ander handel, de kunstnijverheid, zucht naar avontuur en kennismaking met vreemde culturen. Maar ze hadden één gemeenschappelijk doel: het graf van de apostel Jacobus de Meerdere. Volgens de overlevering werd Jacobus na zijn geloofsverkondiging in Spanje, rond het jaar 44 in Jeruzalem onthoofd. En dan komen de verhalen. Zijn volgelingen brachten hem in een bootje, door stromingen gedreven, aan land in de buurt van Santiago. In dat gebied heerste vrouwe Lupa. Ze mochten Jacobus begraven als ze eerst een woeste draak zouden verslaan en een kudde wilde stieren zouden temmen. Dat lukte en landinwaarts werd Jacobus begraven op de plek van het huidige Santiago. Het graf werd vergeten en eeuwen later, in 813, werd een kluizenaar in een droom gewezen op het graf. De heuvel waarin het graf lag werd op een bijzondere wijze door de sterren verlicht. Zo ontstond de naam "Compestela" (veld van sterren). De bisschop werd erbij gehaald en dat werd het begin van de pelgrimage. Veel verhalen zijn er in de loop van eeuwen bijgekomen. Het hoogtepunt van de pelgrimage naar Santiago lag in de 12e-14e eeuw. Daarna kwam het verval. Maar sinds het eind van de 20e eeuw is er een sterke opleving. In 1993 werden de Spaanse camino en Franse routes opgenomen op de UNESCO werelderfgoedlijst.
Waarom de belangstelling is toegenomen is niet makkelijk te verklaren. Spirituele waarden, (her)waardering van religie? Nostalgische overwegingen, de prachtige kunstschatten? Het fascinerende landschap, de uitdaging van een trektocht? Zoektocht naar jezelf, naar harmonie, ontmoetingen met anderen? Fysieke uitdaging, de wens naar avontuur? Ik heb het allemaal ervaren. En zo is de cirkel weer rond sinds de middeleeuwen. Er is niets nieuws onder de zon. Een paar impressies van het onderweg zijn: De eerste pelgrimganger die ik ontmoet, is heel bijzonder. Later, in Spanje zie ik ze met tientallen lopen op het gravelpad langs de weg. Ondanks de aantallen wordt elkaar een buen camino toegewenst. En in pelgrimsherbergen ontmoet ik mensen van allerlei nationaliteiten. Soms ontstaan er bijzondere gesprekken. Maar niet alleen in herbergen, maar ook op een terras als mensen je als een pelgrim herkennen. De gele pijlen langs de weg en de steeds kleinere afstanden die worden aangegeven geven de moed om door te gaan. En dan de aankomst op het plein voor de kathedraal in Santiago. Een onbeschrijfelijk gevoel. De mis in de kathedraal, het mogen omhelzen, voor mij bleef het bij mijn handen op de schouders leggen, van Jacobus. De ontlading komt pas de dagen erna. Ik heb ervan genoten, het heeft me goed gedaan en in zeker opzicht ook veranderd.
Een pelgrim