Hoe heet je? Hoe kom je aan je naam? Misschien ben je naar je opa of oma vernoemd. Een eeuwenoude traditie in veel families. Het kan zijn dat je heet naar iemand die je ouders erg waardeerden. In en vlak na de oorlog werden veel meisjes vernoemd naar de koningin of de prinsesjes. Mogelijk kreeg je je naam vanwege de betekenis. Veel ouders geven hun kinderen bewust een Bijbelse naam of een afgeleide daarvan.
Bijbelse namen
In de tijd van de Bijbel was de betekenis van een naam heel belangrijk. Die zei vaak iets over de persoon. Soms verwees het naar de geboorte. Denk maar aan Jakob. Zijn naam betekent hielenlichter: bij zijn geboorte hield hij de hiel van Ezau vast. Ezau betekent harig, rossig.
De dochter van de farao vond bij de Nijl een baby in een mandje en noemde hem Mozes. Dat betekent: uit het water gehaald. Een naam kon ook profetisch zijn, zoals de naam van Jezus: God redt. Jozef moest de baby die Maria droeg Jezus noemen: want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden (Matteüs 1:21).
Naamsverandering
Niet iedereen is gelukkig met de naam die hij bij de geboorte meegekregen heeft. Sommige mensen laten zich anders noemen. Ook in de Bijbel zijn er verschillende voorbeelden van mensen die een nieuwe naam kregen. Abram werd Abraham: vader van veel volken. Ook Jakob krijgt later een nieuwe naam: Israël, want hij had met God en mensen gestreden. Naomi - haar naam betekent lieflijke - zei na alles wat ze had meegemaakt: “Noem me Mara” (bitterheid). Jezus gaf Simon een nieuwe naam: Petrus, dat betekent rots. De nieuwe namen pasten bij de persoon.
Je bent gekend
Doet je naam ertoe? Velen van jullie zijn gedoopt. Daarbij verbond God zich aan jouw naam. In Jesaja 43:1 staat: Wees niet bang, want Ik zal je vrijkopen, Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van Mij! Je bent door God gekend. Denk ook maar aan Psalm 139: Heer, U kent mij. Jezus zegt het ook: Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen Mij. Mijn schapen luisteren naar mijn stem, Ik ken ze en zij volgen Mij (Johannes 10:14, 27). We behoren Hem toe. Hij kent je naam.
In Lucas 10 staat beschreven hoe Jezus tweeënzeventig mensen aanstelde en hen uitzond. Ze mochten mensen vrede wensen en zieken genezen en vertellen dat het koninkrijk van God nabij was gekomen. Ze keerden blij terug en vertelden dat zelfs demonen zich aan hen onderwierpen bij het horen van Jezus’ naam. Toen zei Jezus: Verheug je daar niet over, maar verheug je omdat jullie naam in de hemel opgetekend is.
Witte steen met een nieuwe naam
In Openbaring 2 worden de christenen in Pergamum aangespoord om hun geloof vast te houden. Ze hebben het niet makkelijk. Johannes schreef hen een bemoediging. Aan hen werd verborgen manna beloofd en een wit steentje waarop een nieuwe naam staat. De mensen in de Bijbel die we eerder noemden, kregen een nieuw naam die iets vertelde over hun identiteit. Wij zullen als we op Hem vertrouwen straks een nieuw bestaan bij God krijgen en een nieuwe naam krijgen die helemaal bij ons past.
[In kader] In de Griekse en Romeinse rechtspraak werden twee stenen gebruikt. Een zwarte steen wees de veroordeelde aan en een witte steen gaf vrijspraak. Als je een witte steen kreeg, was dat een bewijs van je onschuld. Zo zal het met ons gaan: we zullen een witte steen krijgen en totaal worden vrijgesproken van de aanklacht. Een witte steen als symbool voor de vergeving: dankzij Jezus vrijgekocht.
Heilige naam
Met Gods naam is wat bijzonders aan de hand. Toen Mozes de opdracht kreeg bij de brandende braamstruik om de Israëlieten weg te leiden uit Egypte, vroeg hij aan God wat hij moest zeggen. Toen maakte God zich bekend met Zijn naam. Mozes moest zeggen: IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toegestuurd. En ook: Zo wil Ik voor altijd heten, met die naam wil Ik worden aangeroepen door alle komende generaties (Exodus 3). Het is een moeilijk te vertalen naam. De joden spreken uit eerbied de naam niet uit. In de Bijbel is het vertaald met JHWH, dat zoiets betekent als: Ik ben er, Ik zal er zijn. De naam zegt iets over het wezen van God. Hij is nabij, trouw en op ons betrokken. In de Bijbel wordt het vertaald met HEER.
Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige naam.
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is ‘Ik ben’ en ‘Ik zal er zijn’.
'Ik ben die ik ben' is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij.
Uw naam is 'Ik ben' en 'Ik zal er zijn'.
Zijn naam groot maken
Het kan je moed en hoop geven in dit leven om te weten dat God je bij name kent. Ten diepste gaat het niet om onze naam, maar om Gods naam. Uw naam worde geheiligd. Hoe vaak bidden we dat niet? De eerste bede van het Onze Vader. Wat zeggen we dan eigenlijk? Allereerst spreek je je verlangen uit dat Gods naam alle eer ontvangt. Dat Hij de eer zal krijgen die Hem toekomt. Dat heel de aarde Hem zal kennen, zal aanroepen en vereren. Heer, hoe heerlijk is Uw naam (Psalm 8). Dat Hij grootgemaakt zal worden om wie Hij is, omdat Hij de Betrouwbare, de Aanwezige is die doet wat Hij beloofd heeft.
We mogen Hem eren en Zijn naam grootmaken door te leven naar de eer van God. Het is ook een oproep aan ons: Wees heilig, want Ik ben heilig. (Leviticus 19:2 en 1 Petrus 1:16.) Leef zo dat je Gods naam niet óntheiligt maar heíligt in alles wat je doet. Hoe? Die vraag wordt ook in de Bijbel gesteld. Wat kan ik de HEER aanbieden, waarmee hulde brengen aan de verheven God? (Micha 6: 6-8). Dit is het antwoord: Je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.
O naam aller namen, aan U alle eer.
Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer.
Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn.
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn. Tekst: Hans Maat
Catharina van Valen