Eind februari stonden we stil bij twee jaar oorlog in Oekraïne, maar zoals we weten was er al veel eerder sprake van grote onrust. Toen Kiev (of Kyiv) tien jaar geleden strijdtoneel werd, opende de Michaëlskathedraal – toebehorend aan de Oekraïens-orthodoxe kerk van patriarch Filaret – al snel haar deuren. Het kerkgebouw met blauw en roze geverfde buitenmuren en talloze gouden koepels was aanvankelijk een toevluchtsoord voor demonstranten, maar werd ook een plek om te rouwen en de doden tijdelijk op te baren.

En al snel werd de kathedraal ook gebruikt als provisorisch ziekenhuis waar de slachtoffers van het geweld onderdak vonden en geopereerd konden worden. Ze werd letterlijk een ‘veldhospitaal’.

Die term gebruikte paus Fransciscus eerder ook al om de functie van de kerk aan te duiden. Een uitspraak die landde, want velen voelen zich verwond door het leven of door mensen. De kerk kan een rol spelen in liefdevolle zorg en aandacht voor wie zich gebroken voelen, en een plek zijn van comfort, rust en troost. We kennen tenslotte een Heelmeester. Een mooie, uitdagende vraag is hoe ook wij als gemeente concreet een soort veldhospitaal in Ermelo kunnen zijn.

Troosten is een belangrijke (pastorale) functie van kerk-zijn. Maar niet de enige. Als het goed is, is de kerk ook een plek van challenge, waar je wordt uitgedaagd om in beweging te komen. Het evangelie staat vol met verhalen over hoe Jezus gewone mensen uitnodigt om als leerling achter Hem aan te komen. Ze werden toegerust, om daarna Zijn voorbeeld – en zijn weg naar Jeruzalem – te volgen. We stonden er de afgelopen weken in de diensten bij stil.

Richtingwijzer

Het is mijn indruk dat we als kerk vaak beter uit de voeten kunnen met troosten – hoewel ook dat niet meevalt om echt concreet te maken – dan met uitdagen. Het evangelie is behoorlijk radicaal. Mag dat gezegd worden, of horen we liever een 'zachtere' boodschap? Zijn we als kerk (nog) in staat om mensen te prikkelen tot groeien in het leerling-zijn van Jezus? En láten we ons als gelovigen ook uitdagen? Geven we ons geloof handen en voeten, en leven we dat ook vóór aan anderen om ons heen?

Dat lukt niet van de ene op de andere dag. Gaan in de voetsporen van Jezus is een levenslang leerproces, dat we niet in ons eentje kunnen. Als gelovigen zijn we daarom aan elkaar gegeven, als leden van Gods gezin. De gemeente mag een oefenruimte zijn waarbinnen we kunnen leren om lief te hebben als Jezus. Een plek om te oefenen in christelijke levenskunst. Waar je samen je leven tegen het Licht houdt en je laat vormen. De kerk is niet zomaar een gezellig samenzijn van mensen die al dan niet dezelfde waarden delen; als het goed is daagt ze uit tot een leven in navolging van Christus.

MensenIsrael

Die uitdaging staat niet los van de troost die de kerk mag verkondigen. (In die zin is bovenstaand plaatje – dat een óf óf veronderstelt – niet het meest gelukkige beeld.) Dat comfort en challenge hand in hand gaan, zien we in een uitspraak van Jezus: 'Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden [...].' (Mat. 11:28-30)
Opvallend, dat Jezus' expliciete oproep om van Hem te leren klinkt tot wie tegen zijn/haar grenzen aanloopt. Velen van ons zal die vermoeidheid bekend voorkomen. Het leven is – met de volle agenda's – versnipperd en gehaast. Wat is het dan fijn om even helemaal niets te hoeven. Maar Jezus nodigt juist uit om te leren. Het gaat daarbij niet om harde resultaten; eerder om een houding van gerichtheid op Hem. Om stil worden, op Verhaal komen, om opademen. Wie bij Jezus in de leer gaat, mag ontdekken wat de kern van ons mens-zijn is. Dat geeft pas echt ontspanning en rust voor de ziel.

De veertigdagentijd – die inmiddels achter ons ligt – wordt door velen wel gebruikt als periode van oefening. Een tijd van verstillen, van maat houden, van geloofsverdieping, van doelgericht leven. Maar eigenlijk gaat dat leerpoces na Pasen natuurlijk gewoon door. In de weken na Pasen leren we hoe we een leven kunnen leiden dat past bij de verlossing waarin we in Jezus Christus mogen delen.

Ik hoop dat we allen een verdiept zicht mogen krijgen op wie Jezus is en wat Hij voor ons deed. Dat we beseffen dat Hij het wáárd is om gevolgd te worden. En dat we ons aan Hem zullen toewijden, in het verlangen om meer en meer van Hem te leren.

'Al wat ik ben, dank ik aan Hem: aan Jezus' liefde voor mij. Zolang ik besta, volg ik Hem na; krijgt Hij gestalte in mij.' (refrein uit het lied Jezus' liefde voor mij, van de groep Sela) Zingt/zegt u het mee?

ds. Amanda Spies